1 Wij hebben in de eerste twee drukken van deel I ten onrechte vermeld dat mr. van Buuren lid van de NSB is geweest.
Buuren, A. D. van
Hooper, W.
Internering, in Engeland, van Nederlanders
Koninklijke MilitaireAcademie
Liverpool
Military Intelligence (MI)-5
Tweede ministerie-De Geer (1939-1940)
Mussolini, B.
Nationaal-Socialistische Beweging (NSB)
Nederlands Legioen
Oorschot, J. W. van
Sreenberghe, M. P. L.
Zegers, J. G. W.
VAN 'T SANT HOOFD VAN DE GEHEIME DIENSTzakelijke taak bij zou krijgen: inlichtingen inwinnen in bezet gebied. Wie moest die dienst leiden? Goede samenwerking met MI- 5 en MI-6 was van fundamenteel belang. Voor de koningin kwam in de loop van juni vast te staan dat er maar één minister was aan wie zij de verantwoordelijkheid voor deze in haar ogen hoogst belangrijke dienst wilde toevertrouwen: Gerbrandy-, en voor deze kwam, toen hij, na gepolst te zijn, gesprekken gevoerd had met de chefs van MI 5 en MI-6, vast te staan dat er op dat moment maar één Nederlander was die door de Britse geheime dienst competent geacht werd om als hoofd van die nieuwe dienst op te treden: van 't Sant. Daarvoor kwamen de officieren die aan GS-IlI verbonden geweest waren, bepaald niet in aanmerking: van Oorschot niet, omdat hij deerlijk geblunderd had bij het Venlo-incident en de internering van de oud-NSB'er Zegers overbodig had geacht, van de Plassche niet omdat hij, door tot op het laatste moment niet aan een Duitse invasie te geloven en door na te laten, voorbereidingen te treffen, welke ook, voor geheime verbindingen met Nederland als het ooit bezet zou worden, het bewijs geleverd had van een totaal gebrek aan voorstellingsverrnogen.ê