Die Engelandvaarders nu, werden zonder uitzondering door de koningin als waardige vertegenwoordigers van haar 'heldenvolk'
gezien. 'Allen'
, zo schreef zij in Eenzaam maar niet alleen, '(verklaarden) zonder uitzondering' (in antwoord op een door haar gestelde vraag) 'dat zij eerst tot hun besluit om over te steken waren gekomen, nadat hun gebleken was, dat de mogelijkheid, aan de ondergrondse strijd deel te nemen, voor hen niet meer bestond."
Waren zij dan inderdaad allen illegale werkers geweest? Velen wel, maar ook velen niet, en bij een deel van diegenen die blijkbaar tegen de koningin zeiden dat de 'SD'
hun op de hielen gezeten had, hadden menigmaal factoren die niets met de risico's van het illegale werk te maken hadden, de doorslag gegeven bij het besluit om naar Engeland te gaan: louter de behoefte om zich bij de strijdkrachten aan te sluiten of moeilijke verhoudingen in het persoonlijke vlak, een disharmonisch huwelijk bijvoorbeeld. Al die nuances zag de koningin niet wilde zij niet zien.