Het Londense kabinet moest, aldus Gerbrandy, 'op een zeker tijdstip van de terugkeer'
aftreden (de koningin: 'onmiddellijk aftreden, plus proclamatie opmaken (ik)'). Er zou dan een symbolische plechtigheid kunnen plaatsvinden: in de Ridderzaal zouden de twee 'oude'
Kamers bijeenkomen; daar zou de koningin meedelen 'dat de regering tijdelijk zonder parlement zou werken en dat een staatscommissie zou adviseren inzake de nieuwe Grondwet. 'De voorzitter van de Verenigde Vergadering'
, zo stelde Gerbrandy zich voor, 'legt een verklaring van instemming der vergadering af Discussies vinden niet plaats'
(de koningin: 'Neen, lijkt op Berlijnse Rijksdag').