Bij de discussie van de J7de en de r Sde kreeg de 'oude'
oppositie er één medestander bij: Dijxhoom, zij het dat deze laatste na een lang betoog waarvan de strekking was dat men er wijs aan zou doen, in Londen te blijven, niet tot een duidelijke uitspraak kwam. Van Kleffens (wiens houding op dit punt, aldus van den Tempel, 'blijk (gaf) van grote onzekerheid en weifeling'ê) deed tenslotte een tussenvoorstel: 'dat wèl de regering zich verplaatst, maar twee of drie ministers hier blijven' - het verdween onder tafel. Er werd ook niet gestemd (was dat geschied, dan zou het vermoedelijkTekst: a.v., p.Van den Tempel: 'Dagboek'
, p.
Albarda,J. W.
Bolkestein, G.
Dijxhoorn, A. Q. H.
Kleffens. E. N. van
Pelt, A.
Tempel, J. van den
Tjarda van Srarkenborgh Srachouwer, A. W. L.
Welter, Ch. J. I. M.
vijf tegen vijf zijn geworden), maar wel werd afgesproken dat het memorandum van van Starkenborgh mèt een afschrift van de kabinetsnotulen aan de koningin zou worden voorgelegd.l