De nota van Dijxhoorn was in haar eerste versie d.d. 13 maart' 411 door de minister opgesteld in samenwerking met twee officieren die op dat moment samen het begin februari '
41 door hem opgerichte Bureau Bijzondere Aangelegenheden bemanden: de bejaarde luitenant-generaal J. F. van de Vijver, hoofd van Winkelmans missie bij het Franse hoofdkwartier, en de vroegere militaire attaché te Parijs, luitenant-kolonel van Voorst Evekink, die ten tijde van de oprichting van het Bureau Bijzondere Aangelegenheden via Portugal uit onbezet Frankrijk overgekomen was. Blijkens die eerste versie zag Dijxhoorn het als 'het meest waarschijnlijke geval'
, dat Duitsland 'evenals in november 1918 het geval is geweest'
, zou ineenstorten. Dijxhoorn wilde dan, minister blijvend, als gedelegeerde van de regering en opperbevelhebber van land- en zeemacht naar Nederland gaan (hij had zulk een combinatie in februari op staatsrechtelijke gronden afgekeurd) - hij zou er dus als eerste regeringspersoon voet aan wal zetten. In Nederland zou de in april' 40 afgekondigde staat van beleg blijven gelden en op grond daarvan zou opperbevelhebber Dijxhoorn het militair gezag gaan uitoefenen. Hij zou dan 'een regeringsproclamatie'
uitgeven. Hij zou een reeks maatregelen treffen tegen de NSB, tegen Arnold Meyers Nationaal Front en tegen de NSNAP van majoor Kruyt (van de veel grotere NSNAP-van Rapparda.v.,p.
Boeyen, H. van
Bureau Bijzondere Aangelegenheden
Commissie-Terugkeer. 'eerste'
Dijxhoorn, A. Q. H.
Meijer, Arnold
Nationaal Front
Nationaal-Socialistische Beweging (NSB)
derspartij (NSNAP-van Rappard)
Portugal
Voorst Evekink, D. van
Vijver, J. F. van de
DI]XHOORNS NOTA AAN DE KONINGINmaakte hij geen melding) alsmede tegen de vooraanstaande leden van die formaties. Hij zou alle Duitsers over de grens laten zetten. Hij zou met de secretarissen-generaal, voorzover niet 'fout'
, en met mr. A. Brants (directeurgeneraal van politie bij het departement van justitie) bespreken of het mogelijk was, alle na IS mei '40 in leidende betrekkingen benoemde ambtenaren te schorsen, de radio te zuiveren, de bladen van de NSB en van Nationaal Front te verbieden, allerlei veiligheidsmaatregelen te nemen en de bevolking op te roepen, drie dagen lang te vlaggen. Hij zou voorts besprekingen houden met de commissarissen der koningin en de burgemeesters der grootste steden ('met die van'
s Gravenhage eventueel al eerder'). Was er dan 'volledig orde'
in Nederland, dan zouden de koningin en de overige ministers op zijn teken kunnen overkomen.