Eind augustus, toen in Londen overwogen werd, troepen van het Koninklijk Nederlands-Indisch leger naar Engeland te laten overkomen om bij de 'terugkeer' een rol te spelen, werd Dijxhoorn door de regering gevraagd, die overkomst in Indiƫ te gaan voorbereiden - hij weigerde.
CuraƧaoDijxhoorn, A. Q. H.Kleffens. E. N. vanKoninklijk Nederlands-Indisch Leger (Knil)SurinameVerenigde StatenWelter, Ch. J. I. M.GERBRANDY'S EERSTE JAAREind september werd hem gevraagd, voorzitter te worden van een commissie die de herziening van de Wet op de staat van oorlog en beleg (ook dit stond met de 'terugkeer' in verband) zou gaan voorbereiden - hij weigerde opnieuw. Een nieuwe taak aanvaardde hij pas in januari' 42: hij werd een van de twee Nederlandse regeringsvertegenwoordigers bij de Combined Chiefs of Staff te Washington. Voordien had hij maanden besteed om buiten Londen een manuscript te schrijven dat in getypte vorm bijna 400 pagina's telde. Elke 'krenking', hem aangedaan, stond er uitvoerig in beschreven, alle stukken waren er bij gevoegd. 'Ik kan', schreef hij in een van de talrijke bijlagen, getiteld 'Aan wie(n) de schuld?', 'met de beste wil van de wereld niet ontdekken wat ik fout heb gedaan, of het zou moeten zijn dat ik tegen het geroddel en tegen de tegen mij gerichte intriges niet krachtig genoeg ben opgetreden' - maar ook dat was 'eigenlijk geen fout geweest', want was hij 'tussen al die roddelaars en intriganten met de sabel (gaan) houwen', dan zou hij nog eerder tot zijn ontslagaanvraag gedrongen zijn.!