zaamheden uitgevoerd waren, over de Luftwaffe en de Deutsche Lufthansa verdeelden (de Lufthansa onderhield er o.m. haar verbinding met Lissabon mee). Enkele andere KLM-toestellen bevonden zich evenwel op 10 mei in het buitenland en daarbij voegde zich dan nog Parmentiers DC-3. Met vier van die toestellen werd in de zomer van '40 van Bristol uit een dienst op Lissabon geopend die in de herfst van ,42 naar Gibraltar doorgetrokken werd. Parmentier had de leiding van die dienst. Driemaal per week werd het traject heen en terug gevlogen - de piloten kozen daarbij een route die hen zo ver mogelijk buiten het bereik van de in Frankrijk gestationeerde Duitsejagers bracht; zij gebruikten hun boordradio niet, hetgeen de navigatie natuurlijk bemoeilijkte. In beginsellieten de Duitsers de KLM-toestellen ongemoeid (de Engelse kranten waren voor hen van belang en zij meenden ook via die toestellen in briefcontact te staan met geheime agenten in Engeland), één toestel, de 'Ibis'
, werd evenwel op drie vluchten beschoten en stortte als gevolg van de derde beschieting (1 juni '43) in zee; de vierkoppige bemanning en dertien passagiers kwamen daarbij om het leven. Met de dienst Bristol-Lissabon(-Gibraltar) v.v. zijn in totaal tot 3 I december' 45 bijna veertienhonderd vluchten uitgevoerd, waarbij ruim vijftienduizend passagiersvervoerd werden.