'Mandaat ter beschikking stellen'! Aftreden! Dat betekende dat negen bij uitstek deskundigen op scheepvaartgebied (Ferwerda, het tiende bestuurslid, was bereid aan te blijven om de gestrande ladingen verder af te wikkelen) het bedrijf van de Shipping onbeheerd zouden achterlaten. De gehele Nederlandse koopvaardij zou daarmee in de lucht komen te hangen. Had Kerstens die scherpe reactie niet voorzien? Neen. Hij had er op gespeculeerd dat het bestuur van de Shipping zou toegeven. Het aangeboden ontslag kon hij in elk geval niet aanvaarden, want hij had geen vervangers; Speekenbrink en de Srnit, hoe bekwaam ook, bezaten geen ervaring als reder en konden dus onmogelijk een vooral in oorlogstijd uitermate moeilijke bedrijfstak gaan leiden waar honderden schepen in de vaart waren. Daarom stond Kerstens zwak. Die zwakheid trachtte hij te maskeren door het bestuur van de Shipping aan te vallen op het punt waarop het kwetsbaar was: het had het voornemen kenbaar gemaakt om een regeringstaak die voor de