Met de Zweedse Weg, zo verhaalden wij verder in deel ç, liep het in juli '43 mis. Zeven maanden tevoren was F. J. M. Aben, kapitein van een op Zweden varende vrachtvaarder, door de Jong in zijn geheime werkzaamheden ingeschakeld. MI-6 had hem toen geadviseerd, Aben niet in contact te brengen met Oosterhuis, maar de Jong had dat wèl gedaan en Aben had in mei '43 het geheim van de Zweedse Weg aan de '
SD' verraden. De 'SD'
greep overigens pas enkele maanden later in, toen hij er via zijn Vi-Mann van der Waals achtergekomen was dat de 'Dienst-Wim'
(de door Vandermeerssche en Stenger opgerichte groep) via Oosterhuis spionagerapporten naar Stockholm. doorgaf De leiding van de 'Dienst-Wim'
, de gezagvoerder die de Jong het meest geholpen had (kapitein H. Roossien), alsmede Oosterhuis en zijn naaste medewerkers werden in de tweede helft van juli gearresteerd, de 'De Soto'
viel uit, de Zweedse Weg was versperd.