Broekman had er toe bijgedragen dat BI op een goede grondslag was geplaatst, maar hij was toch niet een man die de nodige pushing power had. BI, aldus Sanders, 'was eigenlijk sukkelende, totdat majoor Somer is gekomen; die heeft de zaak op poten gezet.'!
Broekman, zei d'Aulnis, 'werd door niemand au serieux genomen'
2 - daarbij kan van belang geweest zijn dat Broekman geen eigen ervaring had op spionagegebied en Somer, een beroepsmilitair, bij GS III had gewerkt en anderhalf jaar lang in NoordBrabant een spionagegroep had geleid. Ook was Broekman hartpatiƫnt. Somer was er de man niet naar om zijn opinie over Broekman onder stoelen of banken te steken. Hun disputen gingen dan bovendien over kwesties waarmee mensenlevens gemoeid waren - het kwam tot hevige ruzies tussen de chef en zijn naaste medewerker. Inmaart' 43 moest Broekman rust nemen, in juli werd hij ook formeel als hoofd van BI door Somer vervangen; hij werd nadien adviseur van minister van Lidth voor alle kwesties die op het terrein van BI lagen. Wij nemen aan dat hij (hij was een verstandig man) goede adviezen uitgebracht heeft, maar BI moeten wij zien als de creatie niet van hem, maar van Somer.