Inderdaad, Klaas ('Kas'
) de Graaf, zes-en-twintig jaar oud, had in '42-'
43 in bezet gebied in het illegale werk gezeten (dat hij 'al de namen van die mensen'
kende, was natuurlijk een dwaasheid) en hij had daarbij, zoals wij al in deel 7 vermeldden (hoofdstuk 7, in de paragraaf 'CS-6'
), eind '43 tuin of meer de leiding gekregen van wat er nog restte van de illegale groep CS-6 (de groep die aanslagen gepleegd had op prominente NSB'ers). Hij had op I I november de Raad van Verzet in een brief die hij als 'Brigadecommandant Nicolaas Carl de Booy'
ondertekend had, het voorstel gedaan, 'de illegaliteit in Nederland te centraliseren. Twee der leden van Staf CS-VI' (de Graaf zelf en zijn medelid van CS-6, J. J. Celosse) 'gaan daartoe naar de Nederlandse regering in Londen teneinde autorisatie te verkrijgen. Na autorisatie komt één der koeriers terug als officieel exponent der regering.'!