Zij wisten natuurlijk dat er Nederlandse geheime diensten bestonden, maar daar bleef hun kennis toe beperkt. Gerbrandy stond op het standpunt dat zijn ambtgenoten die er niet rechtstreeks mee te maken hadden, zo weinig mogelijk van de werkzaamheden van de geheime diensten moesten weten. Er werd in het kabinet nauwelijks een woord over gewisseld, 'de problemen van de geheime dienst waren'
, zo deed Gerbrandy aan de Eng uĂȘtecommissie weten, 'voor de persoonlijke verantwoordelijkheid van de betrokken minister."!