Dit bericht maakte op Gerbrandy (die het aan van 't Sant doorgaf) geen indruk. Hetzelfde gold voor de verhalen die in Londen over de ongepaste invloed van van 't Sant de ronde deden. Ir. W. den Boer (een man, even braaf en moedig als opgewonden en onkritisch) vatte ze op Gerbrandy's verzoek samen - 'zijn bijnaam is 'Raspoetin' " las Gerbrandy in mei '422 Getuige H. M. G. Lauwers, a.v., p. 212. 3 Getuige A. Wolters, a.v., p. 1495. 4 Getuige M. R. de Bruyne, a.v., p.Boer, W. denBruijne, M. R. deEngelandvaardersEnglandspielEnquĂȘtecommissie 'Regeringsbeleid 1940- 1945'Jonge, E. W. deLaming, R. V.Lauwers, H. M. G.Oranje, J.PoliriebuirendienstReyden, W. J. van derSant, F. van 'rScheveningenSchreieder, J.Sicherheitsdienst (SD)Special Operations Executive (SOE)V-MĂ€nnerVredenburch, C G. W. F. vanWolters, A.ZwitserlandWAARSCHUWINGEN TEGEN VAN 'T SANTin het door den Boer opgestelde rapport." De minister-president zag hier niet meer in dan roddelpraat van mensen die jaloers waren op van 't Sant vanwege het feit dat hij dagelijks in de onmiddellijke omgeving van de koningin verkeerde, maar zijn secretaris-generaal Lovink en raadadviseur Warners, nieuwelingen in het Londense milieu, meenden dat er aile reden was, van' t Sants verleden in grondig onderzoek te nemen. Met goedvinden van Lovink (Gerbrandy werd er aanvankelijk buiten gehouden) vatte Warners in de zomer van '42 die taak ter hand. Waar te beginnen? Hij ving aan met te waden door een drabbig moeras van vage beschuldigingen, hoofdzakelijk van Engelandvaarders afkomstig, maar meende in september '42 opeens vaste grond onder de voeten te krijgen toen twee personen contact met hem zochten die jarenlang in de omgeving van de koningin en van 't Sant werkzaam waren geweest: generaal-majoor H. J. Phaff en generaal-majoor jhr. W. C. M. de Jonge van Ellemeet.