Dat Laming van van Driel niets hoorde, stimuleerde hem alleen maar om zijn pogingen voort te zetten, nieuwe geheime agenten naar Nederland te zenden, en dan op dezelfde wijze: per schip. In de winter van '40 of '41 werden twee pogingen ondernomen (de namen van de agenten kennen wij niet) - beide mislukten doordat er Of iets met het betrokken schip aan de hand was Of men de kust niet kon naderen wegens onverwachte activiteit van kleine schepen van de Kriegsmarine. In de zomer van' 41 gaf Laming twee agenten, A. Homburg en C. Sporre, aan een Nederlands vissersvaartuig mee dat enkele malen de Noordzee overstak, één keer 'tot vrij dicht bij Den Helder, maar toen moesten wij', aldus de kapitein, H. Gankema, 'onverrichterzake terugkeren omdat de Duitse vliegtuigen steeds boven ons cirkelden.P Homburg en Sporre leerden vervolgens parachutespringen en werden begin september gedropt. Zij hadden geen onderwijs in morse gehad
'wellicht' kan vervallen. 2 Getuige Dijxhoorn, Bnq., dl. IV c, p. 955. • GetuigeCentrale Inlichtingendienst (Londen)Oriel, J. vanDijxhoorn, A. Q. H.Enquêtecommissie 'Regeringsbeleid 1940- 1945'Gankema, H.Den HelderHomburg, A.Intern ationale Transportarbeiders Federatie (ITF)KriegsmarineLaming, R. V.Military Intelligence (MI)-6, sNederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV)Oldenbroek, J.OostvoorneRadioluisterdienstSluijser, M.Special Operations Executive (SOE)Sporre, c.Tempel, J. van denSOE-DUTCH ONDER LAMINGen er was hun dus ook geen zender meegegeven - hun taak was, contacten te leggen met Nederlanders die tot medewerking aansabotage bereid waren, en vervolgens naar Engeland terug te keren. Sporre verdronk toen hij eind oktober of begin november '41 (samen met MI-6 agent Schrage) de Noordzee trachtte over te steken, Hamburg verborg zich in februari' 42 samen met twee vrienden, J. J. C. Buizer en J. H. M. de Haas, aan boord van een IJmuidense trawler, kwam op volle zee te voorschijn en dwong de bemanning, koers te zetten naar Engeland.