Bij de formatie van het tweede kabinet-Gerbrandy (juni-juliwas de voorbereiding van de 'terugkeer'
aan de minister van marine, Furstner, toevertrouwd. Die 'terugkeer'
moest natuurlijk in de eerste plaats in Engeland maar daarnaast, zo meende men, ook in bezet Nederland voorbereid worden. Dijxlioom had daar met zijn Bureau Bijzondere Aangelegenheden al aandacht aan besteed, maar met zijn aftreden verdween dat bureau en toen de Bruyne, die als kolonel der mariniers uit Indiƫ ontboden was, eind december'tot hoofd van het Bureau Voorbereiding Terugkeer benoemd werd, kreeg hij van Furstner niet meer dan een 'portefeuille met een paar vellen'
overhandigd, waaronder, zo vertelde de Bruyne later, 'een ontwerpinstructie voor de aanstaande opperbevelhebber bij terugkeer in Nederland'
J>de bedoeling was dat de staf van de Bruyne's bureau de kern zou vormen van de staf van die opperbevelhebber.