Op 8 mei drong Lord Selbome er bij Gerbrandy op aan dat de Nederlandse regering het Plan for Holland zou goedkeuren. Gerbrandy pleegde overleg met Purstner en de koningin. Furstner, door de Bruyne voorgelicht, gaf zijn accoord, ook de koningin verleende haar goedkeuring, zij het dat zij op voorzichtigheid aandrong; zij voelde zich persoonlijk gegriefd door de wijze waarop de Bruyne de groep-Hazelhoff behandeld had en zij was door Vall 't Sant gewaarschuwd (ook Hazelhoff had dat al gedaan) dat de Bruyne en zijn medewerker Lieftinck niet veel gevoel hadden voor security. Ook van Boeyen (nog steeds minister van oorlog ad interim) werd enigermate ingelicht: deze deelde althans op 23 juni in de ministerraad mee: 'Binnenkort zullen veertig officieren aan de Engelsen te leveren zijn voor een zeer bijzon9 1Bruijne, M. R. deDogger, G. 903, 9°5-910, 953-956; 6Furstner,J. Th.HazelhoffRoelfzema, 9°2,9°3,9°5,9°7-9°9,917, 926, 928, 932, 933; 6Liefrinck, H.Ordedienst (OD)Plan for Holland/Plan BPijnacker, 5' 924,929; 6Röell, W.Sant, F. van 'rSchimmelpenninck, J.Selborne, CP.Tazelaar, P., s. 842, 896, 898, 902, 9°4-910, 928, 930, 953; 9Tibo, N.Zwitserland'PLAN FO R HOLLAND'dere taak'ê ; de notulen maken er geen melding van dat iemand vroeg wat die 'zeer bijzondere taak' inhield; is het wèl gevraagd, dan zal Gerbrandy of Furstner wel geantwoord hebben dat het hier een strikt geheime aangelegenheid betrof.