Bijna twee jaar bleef Colijn de schatkist beheren. Het woord 'bezuiniging'
lag hem in de mond bestorven; toen in april '25, wij maakten er al gewag van, de z.g. gouden standaard hersteld werd, had hij in de visie van de kapitaalkrachtige Nederlanders de gulden 'gered'
. Franse en Belgische franc waren gekelderd, om van de Duitse Mark niet te spreken; de gulden was 'gaaf'
gebleven. Velen schreven dat minder toe aan het feit dat ons land buiten de eerste wereldoorlog gebleven was en dat de eonjunctuur zich hersteld had dan aan het ingrijpen van 'sterke man'
Colijn. Hij liet zich die vleiende indruk graag aanleunen.