Het rijtuig, nog steeds met de Koningin, haar echtgenoot prins Hendrik en haar negenjarig dochtertje, prinses Juliana er in, werd tenslotte het Voorhout op getrokken waar het paleis stond van de zes-en-vijftigjarige Koningin-moeder Emma. 'Deze schrok eerst toen zij het rijtuig zonder paarden zag aankomen. Ze dacht dat de Revolutie was uitgebroken en dat de Koningin door het volk gevankelijk werd meegevoerd. Maar toen ze boven alles uit de juichkreten en het Wilhelmus hoorde, begreep ze wat dit alles betekende. Ze kwam op het balkon en werd even geestdriftig toegejuicht. Weer ging het voort.'
Naar het Paleis Noordeinde ditmaal, Tienduizenden stonden er, 'pal tegen elkaar gedrukt, tot vlak voor hetpaleis en verder, tot zo ver je zien kon àl maar hoofden van dol enthousiaste mensen! Het was waarlijk overweldigend. Den Prins liepen de tranen langs het gezicht. 'Dat is een onvergetelijk moment'
, zei de Prins tegen mij. Inderdaad. Wat een verschil met juist acht dagen tevoren toen de revolutie aangekondigd werd! We waren er! God zij dank!'2