De opvattingen van de hier aangehaalde gereformeerden hadden hun historische wortels. Revius ten spijt (' '
t En zyn de Joden niet, Heer [esu, die U cruysten'), was menigeen in Christelijke kring de Joden verantwoordelijk blijven stellen voor het vergoten bloed van Christus. 'Elke [odenverguizing' principieel verwerpend, had Kuyper, de aanbeden leider, niettemin in de jaren '70 van de negentiende eeuwenkele uitspraken gedaan welke die verguizing in de hand werkten: de Joden waren, had hij geschreven, 'heer en meester in ons werelddeel geworden'
, een 'onloochenbaar feit'
had hij het genoemd, 'dat de Joden wel met ons van eenzelfde rijk, maar niet van eenzelfde natie zijn, en wel ter dege als gasten in ons midden verkeren.ë