Tal van Indonesische communisten en ook anderen werden bij het onderdrukken van de opstand doodgeschoten of opgehangen; van de 13000 gearresteerden werden ca. 8 000 spoedig vrijgelaten, de overigen hield men langer vast. Ca. 200 werden korte tijd later verbannen naar een primitief interneringskamp dat in een ongezonde streek van het verre Nieuw-Guinea aan de bovenloop van de rivier de Digoel ingericht werd. De PKl werd verboden en speelde nadien (zij had door de opstand haar kader verloren) als organisatie lange tijd geen rol meer. Wel bleven, wij zagen het bij 'De Zeven Provinciën'
, agenten van de Komintern en kleine communistische kernen actief; ook werd in 1934 weer een Komintern-bureau in Nederland opgericht dat, onder meer, via Zwitserland, 'verpakt in enveloppes van farmaceutische fabrieken'
, politieke propagandalectuur naar Indië zond; en tenslotte kon Moeso, de leider van de opgeheven PKl, vooral dank zij de hulp die hij van de belangrijkste Komintern-agent in Nederland, Daniël Goulooze, ontving, in 1935-36 ongeveer een jaar lang in diep geheim in Soerabaja verblijven": hij won er Arnir Sjarifoeddin, een jong jurist, voor het communisme.ê Goulooze zullen wij later, Sjarifoeddin veellater nog tegenkomen.