In september '38 en in de herfst van '
39 was door hoge Duitse militairen die Hitler als een gevaarlijke avonturier waren gaan beschouwen, al overwogen, de Führer en zijn Nazipartij door middel van een staatsgreep uit te schakelen, en diegenen die plannen in die richting hadden gekoesterd, gingen ze opnieuw uitwerken toen eind '41 bleek dat de stormloop op de Sowjet-Unie was mislukt en dat Duitsland er in het westen de Verenigde Staten als tegenstander bij had gekregen. Een groot deel van die op een staatsgreep toewerkende Duitse oppositie droeg een conservatief karakter. Zij wees een onvoorwaardelijke overgave af (dat was het oorlogsdoel dat Churchill en Roosevelt eind januari '43 na de conferentie te Casablanca bekendmaakten), zij wenste de eenheid van Gross-Deutsch /and (Duitsland plus Oostenrijk) te handhaven en verscheidene leden van de oppositie vertrouwden bovendien dat het mogelijk zou zijn, delen van Polen alsmede het Sudetengebied (deel van Tsjechoslowakije) in handen te houden. Dat alles werd als basis gezien voor een program om met de westelijke democratieën te onderhandelen - tegen de SowjetUnie zou voorshands de strijd worden voortgezet. Beseft werd evenwel dat men dat 'nieuwe Duitsland'
(men zag het als een democratische staat die evenwel aanvankelijk nogal autoritair bestuurd zou worden) pas van de grond zou krijgen als de magie van Hitler, de nog door miljoenen Duitsers aanbeden Führer, gebroken was; hij moest dus uitgeschakeld worden.
In juli '42 werd, zoals wij reeds in deel 7 verhaalden (hoofdstuk 9, paragraaf 'Val van het Naziregime?'
), door de samenzweerders afgesproken dat Generaloberst Ludwig Beck, die in augustus '38 door Hitler als chef-staf van het Oberkommando dey Wehrmacht was ontslagen, na een omwenteling staatshoofd zou worden; Beck en generaal Friedrich 01bricht, chef van het Allgemeine Heeresamt waaronder het reserveleger ressorteerde (dat Ersatzheer moest bij een staatsgreep formaties als de NSDAP en de SS uitschakelen), gingen er accoord mee dat getracht zou worden, Hitler van het leven te beroven. In februari '43 mislukte een eerste poging daartoe, in maart mislukten een tweede en een derde. Van die pogingen drong niets tot de Gestapo door - wè! rees in de tweede3
Omstreeks diezelfde tijd kwam definitief vast te staan dat voor de staatsgreep gebruik zou worden gemaakt van het Ersatzheer. Een van generaal Olbrichts officiële taken was, geheime plannen uit te werken om de Ersatz und Ausbildungseinheiten van de Wehrmacht (eenheden dus die uit gemobiliseerden bestonden die hun eerste oefening ontvingen) onmiddellijk in te zetten bij onlusten die, zo werd gemeend, ontketend konden worden door buitenlandse arbeiders, Geallieerde geheime agenten of Geallieerde parachutisten. De inzet werd met het codewoord 'Walküre' aangeduid. Die geheime plannen nu werden door Olbricht en de chef van zijn staf, Oberst Claus Schenk Graf von Stauffenberg, niet ter beteugeling van onlusten verder ontwikkeld maar voor het uitvoeren van een staatsgreep. Kwam het bericht dat Hitler dood was, dan zou de bevelhebber van het Ersatzheer, Generaloberst Friedrich Fromm, de uitzonderingstoestand afkondigen, alle hoge partij- en SS-functionarissen zouden gearresteerd worden, een andere afgezette Duitse bevelhebber, GeneralfeldmarschallErwin von WitzIeben (hij had in september '38, toen hij commandant was van de Wehrkreis Berlijn, gereedgestaan om met een stoottroep de Reichskanzlei te bezetten), zou Oberbefehlshaber worden en een nieuw regime zou uitdrukking geven aan de bereidheid om vrede te sluiten met de westelijke mogendheden; het minister-presidentschap in dat regime werd door de meesten toegedacht aan de conservatief dr. Carl Goerdeler die in '37 ontslag had genomen als Oberbürgermeister van Leipzig; in diens regering zouden vertegenwoordigers van tal van vroegere partijen, ook socialisten, zitting nemen.
Men ziet: het Ersatzheer moest in Duitsland de feitelijke staatsgreep uitvoeren. Regionaal ressorteerde het onder de commandanten van de 2I Wehrkreise waarin Duitsland was verdeeld. Voorzover die commandanten onmiddellijk zouden moeten ingrijpen (conform de voor' Walküre' uitgewerkte bevelen), werden telexberichten opgesteld die, als eenmaal de aanslag op Hitler was gelukt, onmiddellijk in gecodeerde vorm door het Allgemeine Heeresamt rondgeseind zouden worden; de samenzwering had binnen de bureaus van de meeste commandanten dier Wehrkreise belangrijke vertakkingen.
Hoe Hitler uit te schakelen? Het beste middel daartoe leek het gebruik 3
In de lente van' 44 werd het plan voor de staatsgreep verder uitgewerkt, waarbij von Stauffenberg een steeds actievere rol ging spelen. Hij en de zijnen beseften dat de aanslag hoogstwaarschijnlijk in Hitlers hoofdkwartier moest worden uitgevoerd; dan zou het van vitaal belang zijn, de verbindingen van dat hoofdkwartier te verbreken. Plannen daartoe werden opgesteld door de General der Nachrichtentruppen Erich Fellgiebel, een overtuigd tegenstander van het regime, die Chef des Heeres-Nachrichten wesens was. Begin juli '44 (het was toen duidelijk dat de Geallieerden in Normandië een stevig bruggehoofd in handen hadden en dat de Heeres gruppe Mille aan het Oostelijk front een katastrofale nederlaag had geleden) werden de teksten van al gereedliggende oproepen aan de bevolking in hun uiteindelijke vorm klaargemaakt en werd een lijst opgesteld van officieren die in de Wehrkreiskommandos als verbindingspersonen van het nieuwe regime zouden fungeren. Veel contact werd onderhouden met stafofficieren van de Oberbefehlshaber West en vooralook met die van de Militärbefehlshaber in Prankreich, generaal von Stülpnagel; deze was in de herfst van '39 in de samenzwering tegen Hitler betrokken geweest. Ook met Rommel werden besprekingen gevoerd; hij vond wel dat Hitler gearresteerd maar niet dat hij om het leven gebracht moest worden; dat laatste was ook de opinie van Goerdeler. Voorts werd met Oostenrijkse tegenstanders van het Naziregime aanraking verkregen - de meesten hunner wensten het herstel van Oostenrijks onafhankelijkheid waar, gelijk gezegd, een groot deel van de Duitse samenzweerders niet voor voelde.
'vernieuwing'
aandringende clandestiene groep die zich gevormd had om Helmuth Graf von Moltke. Ook werd gepoogd, de politieke basis van de conspiratie te verbreden. Eind juni voerden twee socialisten, onder wie Julius Leber (hij zou in het nieuwe regime minister van binnenlandse zaken worden), een eerste voorzichtige bespreking met een uit drie personen bestaande delegatie uit het bestuur van de illegale Kommunistische Partei Deutschlands. Een van de drie KPD'ers was een 'SD'
-agent. De twee andere KPD'ers en de twee socialisten werden begin juli gearresteerd. In de kring der samenzweerders bracht het bericht van die arrestatie heel wat deining teweeg; extra spoed leek nu geboden.
Het had enige tijd geduurd voordat von Stauffenberg tot het vaste besluit was gekomen dat hij de aanslag op Hitler zou plegen. Hij was eerder in de oorlog ernstig gewond; hij miste een oog, de rechterhand en twee vingers van de linker. Wat hij ten behoeve van de eigenlijke aanslag aan handelingen zou moeten verrichten, leek evenwel uitvoerbaar: in een aktentas zou hij, eventueel geholpen door zijn adjudant, Oberleutnant Werner von Haeften, twee ladingen doen van elk een kilo springstof, vervolgens zou hij, onmiddellijk voor hij bij Hitler werd ontboden, met een speciaal voor hem geconstrueerd tangetje een op tien minuten afgestelde 'tijdlont'
in werking stellen, de aktentas zou hij in de ruimte waar de bespreking met Hitler plaatsvond, zo dicht mogelijk bij deze plaatsen en tenslotte zou hij zich onder een voorwendsel verwijderen om onverwijld naar Berlijn terug te keren; had zich de explosie voorgedaan, dan zou Fellgiebel er zorg voor dragen dat van het Führer hauptquartier uit onmiddellijk bericht zou gaan naar het Allgemeine Hee resamt in de Bendierstrasse te Berlijn dat de aanslag was gelukt. Een groot probleem was dat von Stauffenberg lange tijd niet tot de officieren behoorde die regelmatig in het streng geïsoleerde Führerhaupt quartierwerden ontboden. Die moeilijkheid verdween toen hij op 20 juni werd benoemd tot chef-staf bij generaal Fromm, de Befehlshaber des Ersatzheeres. Bij twee gelegenheden in juli, op de 6de en de I Ide, namen Fromm en von Stauffenberg op de Berghofbij Berchtesgaden aan besprekingen met Hitler deel - waarom von Stauffenberg, die de explosieven bij zich had, toen de aanslag niet heeft uitgevoerd, is niet bekend. Op I5 juli moest hij aan een bespreking met Hitler in de Wolfsschanze deelnemen; vermoedelijk had hij toen de explosieven niet kunnen meenemen. Dat was echter wèl het geval toen hij op de zoste ontboden werd voor
Vijf-en-twintig minuten tevoren, om tien voor één, was de explosieve lading ontploft; zij zou in een bunker alle aanwezigen hebben gedood, maar nu baande de druk zich goeddeels een weg naar buiten. Van de vier-en-twintig in de barak aanwezige personen liepen er slechts vier zo zware verwondingen op dat zij spoedig bezweken - Hitler was slechts licht gewond. Fellgiebel gaf aan de Bendlerstrasse door dat Hitler in leven was gebleven maar zei ook dat de staatsgreep moest worden doorgezet, immers: doordat de bom was afgegaan, was er voor de samenzweerders geen weg-terug meer. Maar het duurde enkele uren voor diegenen die in de Bendierstrasse bijeen waren, hun aarzelingen hadden overwonnen. Pas om vier uur gaven zij het codewoord' Walküre' door. Om kwart over vier was von Stauffenberg weer aanwezig, om kwart voor vijfbegon men aan de Wehrkreiskommandos de gereedliggende oproepen en instructies door te geven (daarmee was men tot acht uur 's avonds bezig); deze waren evenwel gecodeerd en het decoderen nam vrij veel tijd. In de instructies werd o.m. opdracht gegeven, alle hoge functionarissen van de NSDAP en de SS te arresteren en de belangrijkste partijbureaus te bezetten. Die telexberichten werden (dat was routine) ook naar de Wolfsschanze gestuurd. Voordien vermoedde men daar reeds (geconstateerd was dat von Stauffenberg en von Haeften in grote haast verdwenen waren en het door von Haeften weggeworpen pakket springstof was gevonden) dat het Ersatzheer een centrale rol speelde in de staatsgreep; Hitler plaatste het om vier uur onder bevel van Himmler en onmiddellijk nadien begonnen adjudanten van Keitel, chef van het Oberkommando der Wehrmacht, alle Wehrkreiskommandos op te bellen met bericht dat Hitler in leven was en'SO'
-functionarissen oppakken; zij werden geconcentreerd in een Wehrmachtgefängnis, in een oud fort en in een Parijs hotel; dreigementen van de Kriegsmarine en van de Luftwaffe noopten van Stülpnagel, al deze gevangenen kort na middernacht vrij te laten.
Intussen was de rebellie in Berlijn bedwongen, onder meer door het ingrijpen van majoor Remer, commandant van het Wachbataillon Gross Deutschland, die aanvankelijk de bevelen uit de Bendierstrasse had uitgevoerd maar, twijfelend of hij wel juist had gehandeld, om zeven uur 's avonds uit Goebbels'
woning persoonlijk met Hitler had kunnen telefoneren en van deze bevel gekregen had, onmiddellijk de BendIer strasse te bezetten. Daar heerste een toenemende verwarring. Generaal Fromm had in de loop van de middag verdere medewerking aan de opstand geweigerd en was in een kamer opgesloten. Van Stauffenberg en enkele andere officieren belden links en rechts de Wehrkreiskommandos op om op opvolging van de ontvangen telexorders aan te dringen (zij beweerden daarbij dat alle berichten dat Hitler nog in leven was, gefingeerd waren), generaal Beck zat er neerslachtig bij, van Witzleben, die, Oberbefehlshaber der Wehrmacht moest worden, arriveerde pas om acht uur 's avonds en reed na drie kwartier weer weg. Inmiddels had Fromm van zijn kamer uit opdracht kunnen geven, een tegenactie te organiseren. Van Stauffenberg werd in het gebouw bij een schietpartij gewond. Toen Remers troepen arriveerden, behoefde er niet eens meer gevochten te worden. Fromm, de teugels weer in handen nemend, liet Beck, von Stauffenberg, van Haeften, Olbricht en twee andere samenzweerders (allen voor hem zeer bezwarende getuigen) door een haastig gevormde standrechtbank ter dood veroordelen. Een van die twee andere samenzweerders werd gevangengehouden, Beck schoot zich een kogel door het hoofd, vier samenzweerders (onder wie van Stauffenberg, van Haeften en Olbricht) werden kort na middernacht op de binnenplaats van het gebouwaan de Bendierstrasse gefusilleerd.
Het gebeurde betekende voor Hitler en voor de getrouwen onder zijn
Dat VolksgerÎchtshofhad inmiddels reeksen doodvonnissen geveld. De eerste groep veroordeelden, waartoe o.m. Fellgiebel, von Witzieben en von Stülpnagel behoorden, werd op zulk een wijze opgehangen dat zij een lange doodsstrijd hadden (er werd een filmopname van gemaakt die Hitler herhaaldelijk voor zich liet afdraaien). In totaal werd vermoedelijk tegen ongeveer tweehonderd samenzweerders de doodstraf uitgesproken, tegen Fromm wegens lafheid. Leber en Goerdeler werden begin '45 in Berlijn geguillotineerd. Van vele terdoodveroordeelden werd de gehele familie in concentratiekampen opgesloten.
Heeft de conspiratie van de zoste juli vertakkingen in Nederland gehad?
In kringen van het Nederlandse verzet heeft men na eind december '43 van Staehle (hij werd kort vóór de zoste juli '44 gearresteerd en is in Berlijn doodgeschoten toen de Russen daar al vochten) niets meer vernomen, wèl is hier te lande nog een van de leden van de'Von Trott'
, zo schreef Patijn bij de twintigste herdenking van de aanslag op Hitler,
'kwam begin juli 1944 voor het laatst naar Nederland Van Roijen, Reinink' en ik ontmoetten hem op het kantoor van van Goerschen Hij was ontspannen en vriendelijk, zei dat hij onze situatie bijna benijdde, want wij konden in bezet gebied blijkbaar nog met zijn drieën een deur binnengaan zonder de aandacht te trekken; in Berlijn was dat niet meer mogelijk. De reden van zijn komst was geen andere dan ons mede te delen dat nu binnen enkele weken de aanslag zou plaats vinden. Op onze vraag ... waarom hij ons dit kwam vertellen, luidde het antwoord: omdat u, als de aanslag lukt, uw regering moet inlichten dat onze groep, die onmiddellijk zal willen capituleren, een aanvaardbare onderhandelingspartner voor de Geallieerden is. Bij het weggaan vroeg ik hem in de gang hoeveel kans hij de aanslag gaf. Zijn antwoord luidde: vijf-en-twintig procent."
De veronderstelling ligt voor de hand dat von Trott zu Solz behalve met von Goerschen in ons land ook nog met andere Duitsers heeft gesproken, zoals in '43 ook von Moltke heeft gedaan die toen besprekingen kwam voeren met Wehrmachtbefehlshaber Christiansen en zijn staf. Christiansens chef-staf, generaal von Wühlisch, was bepaald geen nationaal-socialist en volgens inlichtingen die wij in '70 ontvingen, zou von Wühlisch op de ochtend van de zoste juli een bespreking hebben gehad met de Ortskommandantvan Apeldoorn, E. Preiherrvon Oldershausen, tot wie hij aan het slot opeens de vraag zou hebben gesteld: 'Machen Sie mit, u/enn wir auf Berlin marschieren?' Von Oldershausen zou toen hebben geantwoord: 'Ich bin immer dabei:" De datum van die bespreking zien wij
, Mr. H. J. Reinink, in die tijd lid van het door Drees geleide Vaderlands Comité. 2 C. L. Patijn: 'De twintigste juli'
, Wending (juli-aug. 1964), p. 268-69. 1 Brief, 17 dec. 1970, van E. van Oldershausen.'Ariërs'
had omgetoverd, in de middag van 20 juli bij geruchte vernam dat Hitler om het leven was gebracht, riep hij tegen een andere Duitser, wiens anti-nationaal-socialistische gezindheid hem bekend was, Ing. RalfTroje, uit: 'Mensch, Troje, das Schwein ist tot!'!
Geheel anders, gelijk te verwachten viel, was de reactie van Reichs kommissar Seyss-Inquart en Wehrmachtbefehlshaber Christiansen, die beiden overtuigd nationaal-socialist waren. Nog in de nacht van 20 op 21 juli deden zij Hitler het volgende (naar wij vermoeden: door SeyssInquart geformuleerde) telegram toekomen:
'Mein Führer! - Alle Angehörigen der Partei, der Wehrmacht und des Staates und alle deutschen Volksgenossen in den Niederlanden danken aus tiefstem Herzen der Vorsehung, dass sie Sie, mein Führer, und mit Ihnen den Garanten des deutschen Sieges, beu/ahrt hat. Wir alle stelten bereit, jeden Ihrer Befehle in unerschütterlicher Treue und letzter Hingabe z:ü erfüllen, Heil Deutschland und unserem Führer!"
'Den Garanten des deutschen Sieges' wij moeten wel aannemen dat Seyss-Inquart en Christiansen (de eerste overigens niet zonder innerlijke twijfel) méénden wat zij op 21 juli '44 aan het Fuhrerhauptquartier seinden. Van de werkelijke krachtsverhoudingen tussen Duitsland en zijn tegenstanders waren zij niet op de hoogte, zij wisten niet veel meer dan zij in de Duitse pers konden lezen en op de Duitse radio horen. Stellig hadden zij een overdreven voorstelling van de uitwerking der V-I'S en zij kunnen
1 A. J. van der Leeuw: Verslag van gesprek met R Troje, 24 mei I975. 2 Deutsche Zeitung in den Niederlanden, 2I
Tien dagen later lag dat vertrouwen in duigen: het Amerikaanse Eerste en het Amerikaanse Derde Leger waren bezig, het Duitse Zevende Leger voor zich uit te jagen.