Vrij zwakke divisies waren dat (zij beschikten slechts over enkele oude Franse tanks) - er waren vijf Z.g. Ostbataillone bij ingedeeld die uit 'vrijwilligers' uit de Sowj et- Unie bestonden 1, en de Wehrrnacht beschikte ook over een aantal Italiaanse ex-militairen die voor allerlei hulpwerk gebruikt werden, de Z.g. Hiljswilligen of Hiwis. Behalve het Duitse leger hadden ook de Kriegsmarine en de Lufiwaffe strijdkrachten in Nederland, vooral de Luftwaffe, omdat de Britse en Amerikaanse bommenwerpers van Engeland uit via Nederland het snelst naar Duitsland konden vliegen. Over de inzet van al deze tot de Wehrmacht behorende militairen, tezamen wellicht ca. honderdduizend man tellend, had de Wehrrnacht befehlshaber in den Niederlanden, de Lufiwaffe-generaal Christiansen, niets te zeggen; hij, een even fanatieke volgeling van Hitler als Seyss-Inquart maar aanzienlijk minder intelligent en impulsiever dan deze, was van alle operationele bevoegdheden verstoken en niet veel meer dan een garnizoenscommandant. Geen sterk garnizoen dus, maar sterk genoeg om het Nederlandse volk
AmsterdamArmeniërsChristiansen, F. C, JGeorgische hulptroepen (Ostbataillan)Hilfiwilligen (Hiuns)Himmler, H.KriegsmarineLuftwaffeNationalsozialistiscbe Deutsche Arbeiterpartei, Aaslands-OrganisationNoordkaukasiërs (Ostbataillon)OrdnungspolizeiOstbataillone (Osttruppen)Politie, DuitseSeyss-Inquart, A.Sicherheitspolizei (und SD)SSTilburgTurkmenen (Ostbataillon)Waffen-SSWolga-Tartaren (Ostbataillon)DUITSE KRACHTENin bedwang te houden, zij het niet om grootscheepse Geallieerde landingen op de Noordzeekust af te slaan. Die kust was van de zomer van '42 af als onderdeel van de Atlantikwa/l in staat van verdediging gebracht; er lagen in de zomer van '44 meer dan IOO grote fortificaties, in de duinen en op tal van plaatsen landinwaarts bevonden zich tankmuren en tankgrachten en waren loopgraven en mijnenvelden aangelegd, terreinen die door Geallieerde luchtlandingstroepen gebruikt konden worden, waren volgeplant met lange staken, de z.g. Rommel-asperges (daarvan bevonden zich eind juli '44 alleen al in Zeeland meer dan een miljoen), en de Wehrmacht had tenslotte het probleem van de verdediging van Nederland vereenvoudigd door de bevolking van een aantal aan de kust gelegen steden en dorpen te evacueren en de laaggelegen delen des lands door middel van inundaties te splitsen in apart verdedigbare gebieden; in februari en maart '44 waren vooral in Zuid-Holland en Zeeland grote gebieden onder water gezet, hetgeen tot nieuwe evacuaties had geleid. Op een totale bevolking van ruim negen miljoen zielen waren er in de zomer van '44 meer dan vierhonderdduizend geëvacueerden, allen hakend naar de dag waarop de Duitse bezetter zou zijn verdreven en zij weer naar hun oorspronkelijke woonplaats zouden kunnen terugkeren.