Begin augustus kwam het tot nieuwe deining. Bethmann en Musserts gemachtigde voor de Arbeidsdienst, M. Meuldijk, stelden voor dat in de dienst, zoals na de aanslag op Hitler in de Wehrmacht was geschied, de (volledige) Hei! Hitler-groet zou worden ingevoerd. De commandant, L. A. C. de Bock, en de meeste hogere kaderleden weigerden medewerking en Meuldijk, die van Musserts beleid niet veel had begrepen, werd door de NSB-leiding gedesavoueerd. De deining over deze zaak was nog gaande toen Bethmann op vrijdag I september eiste dat ca. achttienhonderd man van de Arbeidsdienst met spoed uit Gelderland naar ZuidLimburg zou worden overgebracht om daar, zei Bethmann, werk te verrichten dat in het belang van Nederland was. De Bock zond nog op vrijdag enkele kaderleden op inspectie uit en toen dezen hem gerapporteerd hadden dat in het Geuldalloopgraven voor de Wehrmacht moesten worden aangelegd, zei hij op zondag 3 september tegen Bethmann dat hij niet bereid was, diens eis in te willigen. De Bock werd tot het innemen van die houding krachtig gestimuleerd door anti-Duitse kaderleden in zijn omgeving en het kan zijn dat een door Radio Oranje op zaterdagmiddag uitgezonden waarschuwing ook nog van betekenis is geweest.'