Daar hadden zich op 18, 19 en 20 september bij het arresteren van 'foute'
elementen onverkwikkelijke dingen voorgedaan, met name doordat de Partisanen-Actie Nederland rijp en groen tot haar rijen had toegelaten. Op de zoste vernam Borghouts' adjudant, reserve-kapitein J. c. Gerritsen (de man die het 'Oorlogsdagboek'
van Borghouts' hoofdkwartier had bijgehouden) dat een lid van de Pan bij een winkelier zonder machtiging goederen in beslag had genomen en dat een ander Pan-lid eenjaar tevoren nog had gediend bij de Waffen-SS ('zotter kan het niet"
). Omtrent datgene wat er verder op die zoste in afwezigheid van Borghouts ('Peter'
) gebeurde, noteerde Gerritsen ('Tonny'
) het volgende: