In Maastricht werd op 22 september, ruim een week na de bevrijding, een Comité van Illegale Werkers (CIW) opgericht waarin in eerste instantie vertegenwoordigd waren de LO, het Belastingverzet (het beschouwde zich in Maastricht als een aparte LO-groep), de KP, de OD, het Medisch Contact (tevens vertegenwoordigend het verzet van de tandartsen en van de apothekers), 'de illegale pers"
, het 'gevangeniscontact'
en het katholiek-kerkelijk verzet. Het Comité breidde zich spoedig uit met vertegenwoordigers van organisaties die zich niet onmiddellijk hadden gemeld: de Raad van Verzet en groepen spoorwegmannen en politiefunctionarissen die illegaal werkzaam waren geweest (eind oktober ook met vertegenwoordigers van het Nationaal Comité en van De Waarheid). Op de derde vergadering van dit Comité, 29 september, werd besloten dat, aldus de notulen, 'uit de in een district'
(er kwamen naast het district-Maastricht districten in Heerlen, Sittard en Weert) 'aanwezige organisaties zoveel mogelijk de meest leidinggevende figuren in het CIW hun stem zullen hebben'
; de leden van het Comité zouden individueel hun stem uitbrengen,