Deze ging uit van de aldaar opgerichte Democratische Vereniging die in februari '45 als reactie op het bericht omtrent het door het tweede kabinet-Gerbrandy ingediende ontslag een adres tot de koningin richtte (het was door omstreeks duizend personen ondertekend) waarin aangedrongen werd op het spoedig instellen van 'voorlopige wettige organen van verantwoording en voorlichting'
en kritiek werd uitgeoefend op het Militair Gezag en op de groepen van oud-illegalen; aan deze laatsten werd verweten, de bevolking te splitsen in twee klassen: zij die wèl en zij die niet aan het illegale werk hadden deelgenomen. De Democratische Vereniging nu liet in maart bij alle stemgerechtigde inwoners van Eindhoven wier familienaam met een A begon, op een maandag een enquêteformulier afgeven dat vóór de daarop volgende zondag werd opgehaald (zulks 'om te voorkomen dat de geestelijkheid'
s zondags vanaf de kansel de enquête-uitslag zou beïnvloeden'). Er werd aan die enquête in ruime mate deelgenomen: 78% van de formulieren bleek te zijn ingevuld en van de invullers wenste 82% de oude gemeenteraad niet terug en wilde 7I% op korte termijn een nieuwe gemeenteraad kiezen. Vergelijkt men dat laatste percentage met de indrukken die Schürmann en Homan in de eerste weken na de bevrijding hadden opgedaan, dan blijkt wel dat de politieke lethargie welke hen beiden zo had getroffen, goeddeels was verdwenen: de burgerij wilde weer meespreken.