Er deed zich bij de recrutering in het bevrijde Zuiden nog een tweede moeilijkheid voor: prins Bernhard, bevelhebber der Nederlandse strijdkrachten, en zijn staf hadden sterke weerstanden tegen het automatisch inschakelen van het oude leger-beroepskader. De prins gaf in dat opzicht uitdrukking aan gevoelens die vooral bij koningin Wilhelmina leefden. Veel waardering voor die officieren had zij nooit gehad en zonder in voldoende mate rekening te houden met de diepere factoren die in meide snelle nederlaag tegen Duitsland hadden bepaald, had zij de neiging, een aanzienlijk deel van de schuld voor die nederlaag bij dat kader te zoeken - vandaar ook dat zij zo grif geloof had gehecht aan de (onjuiste) mededelingen welke Somer haar begin '43 had gedaan over het gebrek aan waakzaamheid dat zich in de nacht van 9 opmeibij het Algemeen Hoofdkwartier zou hebben gemanifesteerd. Met dit alles willen wij niet ontkennen dat het kader in ons land (alsook de toenmalige kaders in landen als Belgiƫ, Frankrijk en Engeland) ernstige gebreken vertoonde; in de meidagen vanwas gebleken, 'dat'
(wij citeren de beste Nederlandse deskundige terzake, de militaire historicus