De prins wees deze denkbeelden af. Hij erkende dat zich grove onregelmatigheden hadden voorgedaan maar, zo lichtte hij Kruls op 14 december in, slechts 'zeer incidenteel'
en de berichten daaromtrent waren 'opgeschroefd'
. Bij een bespreking die de prins op 10 december '44 in Londen had gevoerd met Gerbrandyen van Kleffens, zou gebleken zijn dat althans Gerbrandy het daarmee eens was."
Daags daarna, I I december, had de prins in het verblijf van de koningin met van Heuven Goedhart gesproken die hem had gezegd dat '60% Ć 70%' van de BS'
ers 'na de bevrijding zou zijn aangetrokken en nooit aan illegaal werk gedaan hebben.'
Wat de Stoottroepen betrof, achtte de prins die cijfers onjuist (terecht) - wat de Bewakingstroepen aanging, niet, maar dat was, meende hij, schuld van de OD, 'omdat de OD in het begin der bevrijding nogal geworven heeft."
Met dat al werd aan de prins op 10 en I I december duidelijk dat de bezwaren van Kruls tegen de Binnenlandse Strijdkrachten in het Londense ministeriƫle milieu niet zonder echo waren gebleven. Erger nog: op 14 december zei hem generaal Edwards, hoofd van de ShaeJ