Om te schatten wat men, bij voortduring van de toestand zoals deze in de zomer van '44 was, in de herfst van '44 per maand aan mijnproducten (steenkolen, cokes, steenkoolbriketten en bruinkoolbriketten) nodig zou hebben, lijkt het ons dienstig, uit te gaan van de cijfers die J. Mensink in zijn studie De steenkoolvoorziening van Nederland tijdens de tweede wereld oorlog (1946) vermeldt voor het jaar '43 een studie waarvoor helaas geen cijfers voor het jaar '
44, ook niet voor de periode januari-september, beschikbaar waren. Uit een van Mensinks tabellen 1 blijkt dat in '43 aan huisbrand 2.9 mln ton werd verbruikt (dat vergde dus gemiddelde maandelijkse leveranties van ruim 240 000 ton); de gasfabrieken en electrische centrales hadden gemiddeld per maand 250000 ton verbruikt, de spoor
Deutsche Zeitung in den Niederlanden
Duitsland
Energievoorziening
Industrie
Reicbskommissariat
Seyss-Inquart, A.
Spoorwegstaking
Steenkool
Voedselvoorziening voor bezerring
Watervoof2iening
wegen 50000 ton, de binnenvaart 35000 ton, de gasgeneratoren van auto's 13000 ton, de industrie ruim 200000 ton (daarvan alleen de voedselindustrie 60 000 ton), de kwekerijen ruim 5000 ton, de openbare diensten 3 000 ton en aan de Wehrmacht was gemiddeld per maand 26000 ton ter beschikking gesteld.