In deel IQ a hebben wij uitgebreid geschetst, hoeveel moeite het de Geallieerden in de maanden september, oktober en november '44 kostte om de Wehrmacht in Middenen Noord-Limburg terug te dringen tot achter de Maas en in Noord-Brabant achter diezelfde rivier, achter de Bergse Maas (hier behielden de Duitsers even ten oosten van Geertruidenberg een klein bruggehoofd bij het Capelse Veer) en achter het Hollands Diep, en om in de provincie Zeeland, waar Schouwen in Duitse handen bleef, de vaarweg naar Antwerpen te openen. Pas begin december waren al die operaties voltooid. Nadien vormden de grote rivieren een barrière waar de Geallieerden niet overheen kwamen. Het werd eind maart voordat Montgomery's 21St Army Group bij Wesel de Rijn overschreed waarna zijn linkervleugel er snel toe kon overgaan, de Duitsers uit het oosten en noorden van Nederland te verdrijven - in de daaraan voorafgaande periode waren bij de oorlogshandelingen, voorzover deze zich in of boven bezet gebied afspeelden, slechts de wederzijdse luchtstrijdkrachten betrokken; tot die luchtstrijdkrachten rekenen wij aan Duitse kant ook de V-wapens: de V-i'S en de V-2'S.