Behalve Joodse waren ook niet-Joodse Nederlanders in concentratiekampen in Duitsland terechtgekomen - voor de namen van die kampen verwijzen wij naar kaart VII. In die kampen bevonden zich medio augustus' 44 bijna negen-en-twintighonderd mannelijke en ruim tweehonderd vrouwelijke Nederlandse, bijna allenniet-Joodse, gevangenen: Schutzhèfilinge ('politieke gevangenen'
, die krachtens een Schutzhaftbefeh! van de SS waren opgesloten) - de vrouwen in het Frauenkonzentrations lager Ravensbrück, de mannen in diverse andere kampen. Er waren evenwel vóór midden augustus '44 méér Nederlandse '
politieke gevangenen' naar de concentratiekampen in Duitsland gestuurd - onze in deel 8 opgenomen schatting was dat daar voordien omstreeks achthonderdvijftig Nederlandse politieke gevangenen waren bezweken, velen in de jaren '41 en '
42 toen het gehele beleid van de SS in de concentratiekampen in het teken stond van de al weergegeven formule: 'Vernichtung durcn Arbeit',