deel 8 hebben geschreven over het lot van diegenen die van begin '41 tot in september '
44 in de concentratiekampen in Duitsland waren terechtgekomen - anderzijds lijkt het ons ook niet juist om bij de lezer vandeel het gedifferentieerde beeld bekend te veronderstellen dat wij in deel 8 hebben neergelegd. Enkele elementen uit dat beeld willen wij dus herhalen, zulks vooralom de lezer duidelijk voor ogen te stellen dat wat wij over het lot van de concentratiekamp-gevangenen in de periode september '44-begin mei '
45 te berichten hebben, strijd en lijden schetst van mensen van wie velen al enkele jaren het hoofd hadden moeten bieden aan de verschrikkingen van het bestaan in de concentratiekampen. Wij zullen overigens in dit hoofdstuk de periode september '44-begin mei '
45 niet in haar geheel behandelen. In april en in de eerste dagen van mei zijn namelijk de gevangenen uit een groot aantal kampen in Noord-, Midden- en Zuid-Duitsland op zinloze evacuatiemarsen gezonden maar
lonnes van de Zweedse regering en van het Internationale Rode Kruis - gebeurtenissen die nauw samenhingen met het oorlogsverloop in de laatste twee maanden van de tweede wereldoorlog en speciaal met het grillig beleid van Himmler, de Reichsjuhrer-SS. In het hoofdstuk dat wij aan Duitslands ineenstorting zullen wijden (wij zullen daarin, gelijk reeds aangekondigd, ook over de krijgsgevangenen en de gevangenen in de tuchthuizen in Duitsland schrijven), vindt dus dit hoofdstuk: 'Concentratiekampen, derde fase', zijn afsluiting.