Uit de nederlagen nu die de Wehrmacht leed, vloeide in de winter '44-'
45 voort dat gebieden die veel voedsel hadden voortgebracht, voor Duitsland verloren gingen: er was dus in het land als geheel minder voedsel te verdelen. Het transport van al dat voedsel was door de overbelasting van de Reichsbahn al van een vroeg stadium in de oorlog af met zoveel moeilijkheden gepaard gegaan dat de Normalverbraucher in de grote steden menigmaal op hun bonnen niet de rantsoenen hadden kunnen krijgen waarop zij recht hadden (vrij hoge rantsoenen, ongeveer
Duitsland
Mauthausen
EXTRA-VOEDSELTEKORTEN IN DE WINTER '44-'45vooral als gevolg van de zware Geallieerde bombardementen, van de zomer van '44 af met enorme vertragingen te karnpen en bovendien werd een groot deel van de locomotieven en goederenwagons door bombardementen vernield ofbeschadigd. Reparaties aan de lijnen, spoorbruggen en rangeerterreinen alsmede aan het rollend materieel werden naar vermogen bespoedigd, maar alle inspanningen (gecoördineerd, gelijk in hoofdstuk I vermeld, door Fiebig, de organisator van de roof van voorraden en machines uit bezet Nederland) konden niet verhinderen dat het aantal dagelijks beschikbare goederenwagons voortdurend afnam. In '43 waren dat er gemiddeld bijna 140000 geweest, in januari '45 waren het nog maar 70000, in februari (de Russen stonden toen aan de Oder, Amerikanen en Engelsen naderden de Rijn) bijna 40000, in maart 15000. Uiteraard hadden bij het resterende spoorwegvervoer militaire transporten prioriteit - veel voedseltransporten kwamen te vervallen en hoewel de rantsoenen officieel maar weinig daalden (Hitler verzette zich heftig tegen elke door de overheid bekend te maken verlaging), werd het voedsel voor de Duitse burgers in de steden (nauwkeurige cijfers zijn niet bekend) uitgesproken krap. Daar kwam dan nog bij dat miljoenen Duitse vluchtelingen elders in Duitsland ondergebracht (en gevoed) moesten worden: vijf miljoen alleen al uit de gebieden ten oosten van de Oder-Neisse-lijn en een onbekend aantal uit het goeddeels ontruimde Rijnland bewesten de Rijn. Tenslotte waren er de Geallieerde bombardementen: werden in de steden, groot en klein, hele wijken weggevaagd, dan werden vaak ook bakkerijen onherstelbaar beschadigd - soms waren dat bakkerijen die ervoor moesten zorgen dat er naar een nabij concentratiekamp of naar bepaalde Aussenkommandos brood werd gebracht.