Eind september werden ca. tweehonderd man van het Sonderkommando die in Krematorium IV werkten, opgeroepen om zich naar Gleiwitz te begeven. In plaats van daarheen te worden vervoerd, werden zij vergast in een bij het station Auschwitz gelegen desinfecteringsruimte. Hun lijken werden in de Krematoria van Birkenau verbrand - zij werden er herkend. Toen nu op 7 oktober door de SS werd bekend gemaakt dat ook de overige leden van het Senderkommando naar Gleiwitz zouden worden overgebracht, meenden de driehonderd mannen die in Bunker I en Krematorium IV werkten (hoofdzakelijk Hongaarse en Griekse Joden), dat men onverwijld tot actie moest overgaan. De opstandsleiding sprak zich daar tegen uit, maar de mannen van Bunker I en Krematorium
Auschwitz
Gleiwitz
Joden
Kanada-Kommando (Birkenau)
Krematoria (Auschwitz)
Krijgsgevangenen. Russische
'Union', munitiefabriek
zetten door. Krematorium IVwerd opgeblazen en de meesten van de daar werkzame leden van het Sonderkommando, meer dan tweehonderd man, zetten het, terwijl de alarmsirenes loeiden, op een lopen, doorbraken de kampomheining en renden verder waarna zij zich als groep in een boerenschuur ter verdediging inrichtten. De mannen van Bunker I kwamen niet buiten het kamp - zij werden overweldigd door SS'ers die op vrachtauto's kwamen aanrijden en die, toen een eerste stormloop was afgeslagen, onmiddellijk twee stukken luchtafweergeschut lieten aanrukken; er werd ook met machinegeweren gevuurd uit de wachttorens. Lang duurde het gevecht bij Bunker I niet. Wie daar na afloop nog in leven was, werd ter plekke doodgeschoten. Doodgeschoten werden ook de overlevenden uit de groep die zich in de boerenschuur had verschanst en die spoedig was opgespoord en overweldigd. Van de ca. zeshonderdvijftig leden van het Senderkommando die op 7 oktober nog aan het werk waren, bleven, schijnt het, niet meer dan tweehonderd over.