'kregen we al eten ... Onze eerste indruk van dit kamp was geweldig. We voelden ons alsof we van de hel in de hemel gekomen waren. We kregen ieder een eigen deken. De volgende morgen kregen we allemaal een eigen etensbakje, een eigen bakje voor thee en ieder kreeg een lepel. Het brood werd in zijn geheel naar binnen gebracht en in de barak, waar wij bij waren, in vieren gesneden, evenals de margarine. Dit om te bewijzen dat er niets gestolen was, want dat bestond in Gleiwitz III niet. De zieken kregen er zelfs pap. Het was àf! ... Als we van het werk kwamen en koud waren, dan hield de Kommandant binnen appèl in de verwarmde zaal.'