Om één uur in de nacht van 25 op 26 januari werd het laatst overgebleven Krematorium door een laatste groep SS'ers opgeblazen - de eerste Russische militairen verschenen in de middag van de z-zste, In Monowitz waren toen van de ca. achthonderdvijftig achtergebleven zieken vijfhonderd bezweken en in de eerste dagen na de 27ste stierven er nog eens honderdvijftig; in het Stammlager lagen bij de bevrijding enkele tientallen lijken, in Birkenau omstreeks zeshonderd. Er werden levensmiddelen door de Russen aangevoerd, spoedig verschenen er ook artsen die medieamenten meebrachten. Onder diegenen die in de ziekenbarakken nog in leven waren, bleken zich enkele dagen later bij telling honderdtweeen-negentig Nederlanders te bevinden maar wij moeten wel aannemen dat ook van hen nog velen zijn bezweken aangezien een registratie die op 6 februari door het Poolse Rode Kruis werd uitgevoerd, aantoonde dat van diegenen die, toen het Stammlager, Birkenau, Monowitz en de dichtstbijgelegen Aussenkommandos werden bevrijd, nog in leven waren (in sommige Aussenkommandos had de SS alle zieken gedood) ruim een derde was overleden.