Niet langer dan anderhalve week bleven de Nederlanders in Husum; de meesten hunner werden toen overgeplaatst naar een tweede nieuw Aussènkommando van Neuengamme: Ladelund (zie kaart IX op pag, 874), Dat was een nog primitiever kamp dan Husum: er waren vijf barakken voor niet meer dan driehonderd man - die werden nu gebruikt voor tweeduizend, Er waren geen kribben, er was geen stro en er was geen waterleiding - de gevangenen vervuilden dus snel. Bovendien was het kampregime nog strenger dan dat van Husum, moest er nog harder worden gewerkt en moest men weer naarde werkobjecten lopen, In rijen van vijf marcheerden de gevangenen naar de tankgrachten in wording - de zieken moesten mee, 'Daar aangekomen konden de zieken'
, aldus Donker, 'natuurlijk geen spade vasthouden; wij legden ze dan in het natte gras neer en zonder dat er iemand naar om mocht kijken, lagen ze daar te sterven als beesten' -veelal in de regen, in de wind, "s Avonds moesten wij die lijken dan op onze rug nemen en zo marcheerden wij dan naar het kamp terug.' 3 Naarmate het werk aan de tankgrachten opschoot, werd die mars langer - het werd er tenslotte een van drie uur.