De cijfers waaruit die verliezen blijken, gaven wij reeds eerder weer (nl. in hoofdstukvan de vijfhonderdacht-en-tachtig, in Neuengamme ingeschreven leden van de Puttense groep, van wie de meesten in Putten geboren en getogen waren, zijn vijfhonderdnegen-en-dertig bezweken: bijnaSommigen hebben dit sterftepercentage in verband gebracht met factoren die specifiek voor de Puttense groep zouden gelden: de Puttenaren waren gewend hard te werken en dus werkten ze ook in hun gevangenschap hard in plaats van zoveel mogelijk lijn te trekken, ze waren niet in het minst voorbereid op wat hun te wachten stond, en ze konden zich, plotseling overgebracht in een situatie waarin de dood op de loer lag, afgesneden van hun gezin, hun bekenden, hun dorp, niet aanpassen. Men heeft ook wel verband gelegd met de aard van de prediking van sommige in Putten staande predikanten. De Puttenaren 'hadden'
, aldus later een hunner die als twintigjarige elders was ondergedoken maar op de dag van de razzia toevallig bij zijn ouders in Putten was geweest, 'in hun kleine, besloten gemeenschap veelover hel en hemel gehoord. Ik heb de indruk: in het verleden meer over de hel dan