Op twee achtereenvolgende dagen: S en 6 september '44, werden de gevangenen uit het concentratiekamp Vught met treinen naar Duitsland overgebracht: op de yde alle mannelijke Schutzhäfilinge, op de 6de de overige gevangenen (op enkele uitzonderingen na), onder hen de vrouwen. De mannen die op de yde op transport gingen, hadden slechts mee kunnen nemen wat zij in hun zakken of sokken hadden kunnen opbergen, het transport van de öde kreeg eten mee - geen drinken.' Op beide dagen tezamen werden tweeduizendachthonderd mannen afgevoerd (onder hen enkele honderden Belgen en Fransen) en ruim zeshonderdvijftig vrouwen. Voor beide transporten werd gebruik gemaakt van gesloten goederenwagons - in de meeste daarvan waren zeventig tot tachtig gevangenen opgesloten. In sommige wagons werd met gemeenschappelijk goedvinden een 'leider' benoemd om de onvermijdelijke twisten wist bij te leggen, in andere geschiedde dat niet en daar kon dan het ongemak van de lange reis (zij duurde drie etmalen) tot felle ruzies leiden. In de afgesloten ruimten werd het spoedig benauwd, zodat
Arnhem, AussenkommandoBergen-BelsenEvacuatiesNacht und NebelrgevangenenNarzweilerNeuengammeVenlo (Aussenkommando)Vught, concenrrariekarnpRAVENSBRÜCKsommige gevangenen flauwvielen. Beide transporten kregen eenmaal voedsel uitgereikt: brood en worst op een station in Duitsland, en toen werd ook in elke wagon van het transport van de yde een tonnetje met water geplaatst, waarna zich althans in één der wagons, aldus een inzittende, 'ongelofelijke taferelen' afspeelden: 'ieder drong op; er werd geslagen en geschreeuwd en het bleek wel, welke beesten in de mensen huisden.' I Het transport van de 6de kreeg niets te drinken, 'de dorst die wij hadden, was', aldus een gevangene, 'niet om uit te houden. Ik had steeds een knoop in mijn mond. Wij durfden het brood niet op te eten, uit angst dat we zouden stikken."'Naast de benauwdheid was', schreef later een der vrouwen van het transport van de 6de,