Zij werden niet in het hoofdkamp Sachsenhausen opgenomen maar moesten na aankomst marcheren naar de grote montagehal van de HeinkeI-vliegtuigfabrieken die op ongeveer 8 km van Sachsenhausen lagen. Het gehele fabriekscomplex was in april '44 door een Geallieerd bombardement zwaar beschadigd maar de montagehal was toen vrijwel intact gebleven. In die immense, sombere en tochtige hal waren, toen de mannen uit Vught er werden binnengebracht (alsook andere Nederlandse mannen die afkomstig waren uit de gevangenis te Rijssel en uit diverse tuchthuizen in het Rijnland), al duizenden uit Warschau geëvacueerde Polen aanwezig, 'velen'
, aldus een der Nederlanders, 'afkomstig uit de donkere wijken van deze Oosteuropese stad'
- 'iedere avond'
werd met die Polen gevochten 'om een deken of een ledige krib'
(er waren èn te weinig dekens èn te weinig kribben),