Die epidemie begon in januari in het Häftlingslager I, sloeg over naar het HäJtlingslager IJ, daarna naar het Frauenlager, tenslotte (eind maart) naar het Stern lager - geschat wordt intussen dat van alle gevangenen die in Bergen-Belsen om het leven kwamen, veruit de meesten, 90%, aan de hongerziekte en aan dysenterie zijn overleden en 10 % aan vlektyphus. 'Bergen-Belsen'
, aldus een Nederlandse gedeporteerde die uit het Auschwitz-complex in het HäJtlingslager I was beland,