Rest de vraag waarom, terwijl de Joodse Coördinatie-Commissie in Genève in juni '44 de namen bezat van bijna elfhonderd Joden die naar Theresienstadt en bijna zeventienhonderd die naar Bergen-Belsen waren gedeporteerd, van november af uit Stockholm slechts pakketten zijn toegezonden aan ca. tweehonderd Joden in het eerste en ca. duizend in het tweede kamp. Duidelijk is dat Woensdregts dienst in de Zweedse hoofdstad niet de beschikking had gekregen over de in Genève aanwezige lijsten. Dat kan bepaald niet hebben gelegen aan Gans, Isaac en Troostwijk: zij zijn dag en nacht voor de gedeporteerden in touw geweest. Men zal dus de fout wel moeten zoeken in Londen. Hoe dat zij, de ca. twaalfhonderd in Stockholm aanwezige namen waren niet uit Londen ontvangen maar door Woensdregts dienst met veel moeite bij eengeharkt in contacten met de Zweedse vertegenwoordigers van de joint en andere Joodse hulporganisaties.