Begin november nu, op de yde, kwam het eindelijk tot het door Himmler zo vurig gewenste directe contact met een Geallieerde functionaris, nl. McClelland, de Zwitserse vertegenwoordiger van de War Refugee Board. Becher sprak met hem in Bern - McClelland was daarbij in gezelschap van Saly Mayer die Becher dus reeds voor de zesde maal ontmoette. Becher had tevoren doen weten dat de bijna veertienhonderd Joden die zich nog in het Ungarnlager bevonden, alsook groepen andere Joden, zouden worden vrijgelaten als bij Zwitserse banken een bedrag van Zw. frs. 20 mln (ca. f 8 mln) zou worden gedeponeerd waarover Duitsland ten behoeve van aankopen in Zwitserland zou kunnen beschikken, welnu: McClelland zei dat die voorwaarde was geaccepteerd en Mayer toonde Becher een telegram van de Amerikaanse Secretary of State Cordell Hull waarin deze de joint verlof had verleend, een bedrag van 5 mln dollar (ca. f 20 mln) naar Zwitserland over te maken. Afgesproken werd dat op 5 december een trein met de resterende Joden uit het Ungarnlager (daar kwamen nadien weer andere grote groepen Hongaarse Joden aan) aan de Zwitserse grens zou staan en dat Becher daar een eerste chèque van Zw. frs. 5 mln in ontvangst zou nemen. De trein arriveerde op de afgesproken dag - de chèque was er niet. Desondanks keurde Becher goed dat de trein op 6 december Zwitserland binnenreed.