'dat alle groepen en iedereen het eens zou zijn met datgene wat wij op politiek terrein noodzakelijk en eis der gerechtigheid achtten. Wij erkennen het democratisch recht en zelfs tot op zekere hoogte de nuttige functie van wat conservatisme. Maar wij hoopten vurig dat de tijd voorbij zou zijn dat men een, zeker niet specifiek Calvinistische, maar goeddeels doodgewoon liberale negentiendeeeuwse maatschappijleer voor 'Christelijk'
en een zeer bepaalde 'rechtse'
politiek als een bij uitstek 'nationale'
zou zien.'