Voorzover de tot nu toe weergegeven plannen en voorstellen betrekking hadden op de vorming van een Nationale Adviescommissie, was daarbij het uitgangspunt dat een onmiddellijke terugkeer van de Staten99
Contact-Commissie der Illegalireir
Grote Adviescommissie der Illegalireit (GAC)
Je Maintiendras (illegaal blad)
Nationale (Centrale) Adviescommissie
Trouw-groep
Vaderlands Comité
DE ILLEGALITEIT EN HET NAOORLOGS BESTELGeneraal in hun samenstelling van vóór de bezetting ongewenst was. Zulk een terugkeer zou betekenen dat de illegaliteit na de bevrijding op geen enkele wijze, direct noch indirect, invloed zou hebben in het staatkundig vlak - dat ging de meeste illegale groepen te ver. Bovendien zou die onmiddellijke terugkeer van de Staten-Generaal niet mogelijk zijn: de twee Kamers moesten eerst 'gezuiverd'
worden. Dat zou leiden tot open plaatsen, trouwens: er zouden ook open plaatsen zijn doordat Kamerleden tijdens de bezetting waren overleden. Wie zouden dan een aanbeveling moeten doen voor de benoeming van nieuwe leden? Dat zou een natuurlijke taak kunnen zijn voor de door Trouw genoemde Nationale Adviescommissie: zij zou dus in de eerste plaats fungeren als noodparlement zolang de zuivering van de Staten-Generaal gaande was, ontbonden kunnen worden wanneer er (aangevulde) Staten-Generaal zouden zijn en in die (aangevulde) Staten-Generaal zou de invloed van de Nationale Adviescommissie kunnen doorwerken doordat zij het zou zijn geweest die in feite voor de aanvulling had gezorgd. Een en ander zou betekenen dat de illegale groepen, conform de inzichten en wensen van de midden- en de rechtersectie, vrij spoedig uit het gehele politieke bedrijf zouden worden uitgeschakeld - dat stimuleerde alleen maar de groepen van de linkersectie om althans in de overgangsfase een zo sterk mogelijke invloed te kunnen uitoefenen. Die invloed werd nagestreefd op wat het kardinale punt leek: de samenstelling van de commissie die op haar beurt de leden van de Nationale Adviescommissie voor benoeming zou voordragen: een benoeming die door de Grote Adviescommissie en het Vaderlands Comité gemeenschappelijk zou geschieden. Voor de Nationale Adviescommissie werd aanvankelijk gedacht aan zes-en-dertig, later (d.w.z. in april '45) aan een-en-vijftig leden - beide cijfers waren door drie deelbaar, hetgeen nodig was met het oog op het feit dat (dit element uit het plan van de TrOl/tv-groep was aanvaard) één-derde van de leden afkomstig zou zijn uit de sfeer van de illegaliteit, twee-derde uit die van het Vaderlands Comité en van de politieke en maatschappelijke kaders met welke dat comité in verbinding stond.