Eind september '44 had de regering in twee lange telegrammen I '
de gehele ondergrondse pers' verzocht, een campagne in te zetten ten gunste van vrijwillige dienstneming met het oog op 'bevrijding Indië, opdat later niet gezegd wordt dat dit gebiedsdeel uitsluitend bevrijd is door grote bondgenoten stop betreffende de toekomstige verhouding Nederland-Indië ware rede koningin van 8 december 1942 als leidraad te nemen' - bedoeld werd de door de koningin op zondagavond 6 december '
42 (in Indië was het toen maandag de 7de) in Londen uitgesproken radiorede. Daarin had zij o.m. uitdrukking gegeven aan 'de overtuiging dat het koninkrijk na de oorlog'
, na een daartoe te houden 'rijksconferentie'
, 'zal worden gebouwd op een grondslag van volledige deelgenootschap'
, en had zij voorts gezegd: 'Ik heb daarbij een vorm voor ogen waardoor Nederland, Indonesië, Suriname en Curaçao deel zullen hebben in het bestuur van het geheel, terwijl zij ieder op zichzelf de eigen, inwendige aangelegenheden in zelfstandigheid en steunend op eigen kracht, doch met de wil elkander bij te staan, zullen behartigen' - men zou kunnen zeggen dat '
Indonesië' (het gebruik van die term in staatsstukken was nog in '4I door het Nederlands-Indische gouvernement afgewezen) binnen het geheel van een nieuw-gestructureerd koninkrijk zelfstandig zou worden, niet onafhankelijk. Van enig recht op onafhankelijkheid werd in de 7 december-toespraak niet gerept.