Opvallend in de gevoerde worsteling is, dat zowel de linkersectie als de rechtersectie meende dat zij de meeste illegale werkers vertegenwoordigde - bovendien meende de linkersectie dat zij uitdrukking gaf aan een wil tot 'vernieuwing'
die in zeer brede lagen van de bevolking zou leven. Wat het eerste betreft: onze schattingen houden in dat de groepen van de rechtersectie alléén evenveel illegale werkers telden als die van de linker- en de middensectie samen, zulks vooral als gevolg van het feit dat de LO de veruit grootste illegale groep in den lande was. Wat het tweede aangaat: wij menen dat Drees en Bruins Slot (om slechts dezen te noemen) terecht hebben aangevoeld dat, welke wijzigingen er na de bevrijding ook wenselijk zouden zijn, de meeste politiek-bewuste Nederlanders dan weinig zouden voelen voor een grondige 'vernieuwing'
. De visie van Drees en Bruins Slot was reëler dan die van de koningin - er zit, menen wij, een tragisch element in het feit dat juist háár telegrammen waannee zij hoopte te bereiken dat zij in Londen spoedig de steun zou krijgen van een met haar gelijk-op denkende delegatie van de illegaliteit, de in de illegaliteit bestaande politieke tegenstellingen aanscherpten met als gevolg dat de delegatie niet eens aan haar vertrek toekwam.