Die tegenstelling werd in de tijd van de Compagnie verscherpt. De Compagnie trok Indische Chinezen aan voor de behoeftenvoorziening van Batavia, liet hen goederen leveren en huizen bouwen. Zij was over hun prestaties zo tevreden dat aanvankelijk soms tochten naar China ondernomen werden om er langs de stranden Chinezen op te pikken diedenken. Op de positie van de Indische Nederlanders (de Indo-Europeanen) in het tijdperk van de Compagnie komenChinaChinezen (in Nederlands-Indiƫ)Ordonnanties (Ned.-Indiƫ)Particuliere landerijenVerenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)DE CHINEZENop Java aan het werk werden gezet. Veel gronden in de Ommelanden werden door Indische Chinezen ontgonnen om er suikerplantages aan te leggen (er waren reeds enkele plantages en suikermolens toen de Nederlanders kwamen) - sommige Indische Chinezen verzamelden grote rijkdommen maar onder de sinds kort aangekomen Chinezen bleef veel armoede bestaan met de daaruit voortvloeiende onrust. Velen hunner trokken in de achttiende eeuw naar het gebied van Buitenzorg waar zij rijst gingen verbouwen.