Dit was een standpunt dat niet alleen door de meeste Indische bestuursambtenaren maar ook door de nieuwe ondernemers die na 1870 in Indië grote kapitalen gingen beleggen, werd afgewezen: vóór alles begeerden zij een sterk Nederlands gezag en dat kon alleen dán sterk zijn, ook op een eiland als java, wanneer zich elders in de archipel geen vorsten en volkeren bevonden die het Nederlands gezag met succes afwezen. Een situatie waarbij, zoals in de eerste decennia van de negentiende eeuw hier en daar het geval was geweest, de Nederlandse bestuursuitoefening 'niet méér omvatte dan het dagelijks hijsen van de Nederlandse vlag do;r een posthouder die veelal de tijd alleen met een jeneverfles wist te doden" (aldus het Gedenkboek van de ambtenaren van het Binnenlands Bestuur), was voor die bestuursambtenaren en ondernemers onaanvaardbaar: er moest een ècht gezag, een ècht bestuur komen, een bestuur ook dat op tal van gebieden, het verkeersgebied in de eerste plaats, nieuwe voorzieningen zou treffen. De Pax Neerlandica zou algemeen zijn of Ze zou niet zijn, Daar kwam nog een belangrijke factor bij: in de gehele niet- Westelij ke wereld breidden, zoals eerder opgemerkt, andere Westelijke mogendheden hun invloed uit - de Amerikanen kregen tegen het einde van de eeuw de Philippijnen. de Duitsers de oostelijke helft van Nieuw-Guinea in handen. Het gevaar dat anderen, onder wie ook wellicht de op expansie beluste japanners, zich meester zouden maken van delen van de archipel die niet onder effectief N ederlands gezag stonden, werd als reëel gezien; het kon slechts gekeerd worden wanneer dat gezag zich overal duidelijk vestigde en deed gelden.