De wereld der Europeanen was, gelijk gezegd, een kleine wereld. Hij was niet ofnauwelijks 'verzuild'
'maar daarvoor zoveel te meer '
gelaagd': een standen-samenleving, Anders dan in het moederland was de sociale herkomst niet een van dGfactoren die het aanzien bepaalden ~ dal aanzien hing 'louter af van de rang én de maatschappelijke positie, In de negentiende eeuw was dat al zo .geweest. Van de ih IndiÉ werkzame blanken had ten tijde van het Cultuurstelsel slechts één op de zes zijn brood verdiend' in het particuliere bedrijfsleven, alle overigen beho~rden tot twee door rangenstelsels gekenmerkte beroepsgroepen: de ambtenaren -en de militairen. 'N~ het Cultuurstelsel nam het .aantal in het particuliere bedrijfsleven werkzame Europeanen toe - nu werd behalve op de rang vooral op het inkomen gelet. 'In de soos was'
, aldus Nieuwenhuys over de periode vóór de Eerste Wereldo?riog,